Op woensdag 18 april 1945 werd het huis van de familie Kroes aan de Staverdenseweg (nu Pirkweg) door een granaat vrijwel geheel in puin geschoten. In “de Band” van 1 mei 1985 vertelt mevr. Kroes de ware toedracht.
“We wisten wel dat de bevrijders in aantocht waren, maar hoelang het nog kon duren kon niemand vertellen. Tegen 12.00 uur in de middag maakten we nog een praatje met dominee Lamens die op weg was naar de familie Timmer aan de Kempersweg waar hij tijdelijk bij inwoonde. De duitsers hadden namelijk de pastorie gevorderd. Tijdens dat praatje zei dominee Lamens onder meer: “t Zal mij benieuwen wanneer we bevrijd worden, en hoe alles zal aflopen”.Familie Kroes. Foto collectie A.Visser
Nou, voor ons liep het op de valreep van de bevrijding niet al te best af. Zo tegen half een - we zaten in huis – sloegen de eerste granaten vlak voor ons huis in de grond. Aanvankelijk zochten mijn man en ik dekking op de vloer, maar bij de vijfde granaat zijn we naar de bietenkuil gevlucht. Het bleef even stil. Opeens hoorde mijn man het gekerm van het vee op de deel. Hij wilde gaan kijken, maar kwam niet ver. Een volgende granaat boorde zich aan de zijkant van het huis in de grond. Mijn man zocht meteen dekking en even later kwam er een granaat in het weiland terecht. Bij deze granaat sneuvelden de ruiten van de keuken van de buren, maar de ravage die de granaat en de scherven in ons huis had aangericht was onherstelbaar. Het huis stond vrijwel op instorten; 1 koe was op slag dood; 3 koeien moesten worden afgemaakt alsmede enkele pinken en een vaars. Burgemeesters Martens, die bij de familie Bos in Staverden zat ondergedoken kwam op de fiets polshoogte nemen. Hij gaf toestemming dat het vee naar de slager gebracht kon worden. We waren natuurlijk meteen dakloos. Gedurende 6 weken kregen we huisvesting bij weduwe Frens. Daarna kregen we een houten barak toegewezen die bij het Doopsgezind Broederschapshuis door de Duitsers was gebruikt. In november 1945 kregen we een noodwoning van steen.
De volgende dag hoorden we van de Canadezen die door ons dorp trokken de ware toedracht van deze schietpartij. Een verkenningsvliegtuigje boven Elspeet zou bij de Stakenberg nog een aantal Duitsers gesignaleerd hebben. Deze ontdekking werd doorgeseind aan de oprukkende Canadezen die op dat moment in de omgeving van de Echoput waren. Vermoedelijk hebben ze een foutieve afstand doorgegeven met het gevolg dat de granaten eerder insloegen en hun eigenlijke doel niet bereikten.
Eigenlijk mag het een wonder heten dat we er zo goed vanaf zijn gekomen. Voor hetzelfde geld waren we zelf getroffen. Wel had mijn man enkele houtsplinters in zijn oren zitten. Verder was de koperen leiding in de pomp voor het huis kapot geslagen en moesten we in een later stadium een rij eikebomen voor ons erf kappen dit vanwege de granaatscherven die in de boom waren geslagen.
Bron: "de Band 1 mei 1985" collectie A. Visser
Leeuw in vlammen
Huizen welke door oorlogsgeweld waren gesneuveld werden met hulp van militairen weer opgebouwd. Aan de pirkweg is het huis in 1946 herbouwd. Er zijn gedenkstenen uitgegeven welke herinneren aan de wederopbouw. Huizen welke aan het begin van de oorlog zijn gesneuveld hebben allemaal een gedenksteen met 1940 als opschrift. Huizen welke aan het einde van de oorlog zijn beschadigd hebben allen 1947 als jaartal meegekregen. Deze gedenkstenen verbeelden een uit de vlammen herrijzende leeuw. Een leeuw zonder zwaard en zonder kroon geeft wellicht aan dat wij machteloos waren in de oorlog. Voor zover bekend is dit de enige boerdrij in Elspeet welke deze plaguette in de voorgevel heeft.