• spoekenboompje.jpg
  • schapendrift.jpg
  • passiebloem.jpg
  • elspeetleger.jpg
  • elspeet01.jpg
  • elspeet-busstation.jpg
  • dezwaan.jpg
  • centrum.jpg

De Hierdense Beek
De Hierdense Beek is de langste beek van de Veluwe. Hij ontspringt bij het Uddelermeer en mondt 17 kilometer noordelijker en 27 meter lager uit in het Veluwemeer, bij Hierden. De beek wordt gevoed met kwel- en regenwater uit het hele gebied tussen de stuwwal van de Oost-Veluwe en die van Garderen. Aan de bovenloop wordt de beek gevoed door kwelwater, maar hij voert ook regenwater af. Aan de benedenloop is het een typische laaglandbeek, die deels vergraven is ten behoeve van watermolens.

Watermolens
Al omstreeks 1300 is een korenmolen op Staverden gesticht waarvoor de beek is vergraven. Er was toen een Hof te Staverden. Later werden papiermolens stroomafwaarts gerealiseerd. In 1368 werd de Leuvenumse Beek verpacht en vergraven om er molens bij te zetten. In 1525 kreeg de eigenaar toestemming om het Uddelermeer af te tappen voor extra water. In 1730 kwamen er in de omgeving van de Essenburgh ook papiermolens. In 1736 waren er in de omgeving van Staverden drie molens en verder stroomafwaarts nog eens zes.
De eerste papiermolen werd gebouwd in de jaren 1660. Het betrof de Wasmolen op de Koudebeek. Deze zijtak wordt door meerdere beekjes gevoed en mondt nabij huis Leuvenum in de Leuvense Beek uit. In 1692 volgde de eerste van de beide Zandmolens. De molen bij het Gellegat is vóór 1702 omgebouwd tot papiermolen.
Een sterke groei vond plaats in de jaren dertig van de 18e eeuw. Toen werden de tweede Zandmolen, de beide Ottermolens bij de Essenburgh, de dubbele molen bij het Heiligenhuis en de Hessenmolen gebouwd. Nadien begon het aantal molens al snel terug te lopen. Als eerste verdween omstreeks 1743 de molen bij het Gellegat, terwijl de laatste molens in de jaren zestig van de 19e eeuw werden stilgelegd.
De spreng aan de voet van de Stakenberg zal dateren uit de periode waarin de papiermolens werden gebouwd: ca. 1660-ca. 1740.

 

Landgoederen
De beek loopt over de landgoederen Staverden en Leuvenum, waar hij bekend staat als Staverdense resp. Leuvenumse beek. Op beide landgoederen is de beek vergraven. Langs de dalranden liggen zogenaamde opgeleide beken, beken met een gering verval die het water naar een watermolen leidden. Het bezoekerscentrum Staverden is gevestigd in een voormalige watermolen. Het rad is hersteld, maar het binnenwerk van de molen is verloren gegaan. Op Staverden voedt de beek bovendien de vijvers en de gracht rond het kasteel.

Natuur en landschap
De oorspronkelijke loop van de beek is op veel plaatsen nog goed te herkennen. Oorspronkelijk zocht de beek al kronkelend zijn weg, en dat heeft geleid tot een kronkelend dal met relatief steile wanden. In het dal liggen drassige graslanden, die voornamelijk als hooiland werden gebruikt. Zij hebben een rijke flora met pinksterbloemen, dotters en echte koekoeksbloem. In broekbossen komt het verspreidbladig goudveil voor.

Voorbij restaurant ‘Het Roode Koper’ loopt de beek tussen stuifzandheuvels door, en vervolgt hij zijn weg door het bos. Het stuivende zand heeft de beek niet gevuld, wat mogelijk te danken is aan de molenaars en anderen die belang hadden bij stromend water. In het bos krijgt de beek een natuurlijker verloop. Bij zware regen kan hij tientallen hectares bos overstromen.

{quickgallery width=400 height=300 theme=1}staverdensebeek{/quickgallery}

Bedreiging en herstel
De intensieve veehouderij rond Uddel en Elspeet heeft de flora en fauna rond de beek geen goed gedaan. De instroom van meststoffen via het grondwater en afstromend regenwater heeft gemaakt dat soorten die gebonden zijn aan voedselarme milieus verdwenen of zeldzaam geworden zijn. De begroeiing werd ruiger en eenvormiger, en het waterleven verarmde.

De laatste decennia is er veel gedaan om de kwaliteit van het beekwater te verbeteren. De bouw van de kalvergiervoorzuivering, aangescherpte mestwetgeving, bewustere agrarische bedrijfsvoering en beriolering van het gebied hebben hieraan bijgedragen. De verbeterde kwaliteit van het beekwater komt ook de visfauna van de beek ten goede, o.a. het bermpje, kleine modderkruiper en de rivierdonderpad zijn vrij talrijk en enkele jaren terug is de beekprik (her)ontdekt, nadat hij vele decennia niet meer was waargenomen. 
De laatste jaren is er veel ten goede veranderd. Zo legde men de beek bij Leuvenum weer in zijn oude loop en werden veel natte graslanden weer in ere hersteld. 

Lees meer over de Hierdense Beek op http://www.sprengenbeken.nl/bekeninbeeld/index.html