Op woensdagmiddag 28 februari 1945 om kwart over twee 's middags stortte een Engelse jager neer op een akker aan de Kienschulpenweg te Nunspeet.
In een dagboek, dat de Nunspeter Kees van der Hoef in die tijd bijhield, schreef hij op:
"Afweer in actie. Een vliegtuig kwam op de 2e Zoom terecht. 1 dode."
De commandant van de Nunspeetse politie, hoofdwachtmeester Karst Doeven, noteerde in het procesverbaal:
" Het vliegtuig brandde geheel uit. De piloot was tengevolge van de val gedood en lag naast het vliegtuig. Naar mijn mening is het vliegtuig aangeschoten door het afweergeschut in Nunspeet. Behalve de dood van de piloot deden zich geen persoonlijke ongevallen voor. Schade aan in de nabijheid staande huizen is niet ontstaan."
Graf Archibald Angus MclntyreDe piloot was Flight Lieutenant Archibald Angus Mclntyre. Op een rood rubber plaatje stond C.E. 123214 R.A.F. (V.R.). Hij had negen pasfoto's en een foto van een meisje bij zich. De foto's waren gedeeltelijk verbrand en werden op 9 maart 1945 opgestuurd naar het Rode Kruis. Mclntyre was 21 jaar oud en een zoon van Archibald Norman en Stella Mary Mclntyre uit Littlehampton in Sussex. Hij werd op zaterdag 3 maart 1945 begraven als laatste in de rij van Engelse graven die nu nog te zien zijn.
Het toestel waarmee F/Lt Mclntyre aan de Kienschulpenweg neerstortte was een Hawker Tempest Mk V met code NV680 ZD-. Het hoorde bij het 222 Squadron, dat Gilze-Rijen als basis had en deel uitmaakte van de 2nd Tactical Air Force. De Tempest was de snelste jager van de Engelse luchtverdediging. Het toestel was sinds april 1944 bij de Royal Air Force in gebruik.
Het was 28 februari 1945 druk in de lucht. 873 RAF-jagers en jachtbommenwerpers voerden gewapende verkennningen uit. Heel wat spoorlijnen, locomotieven en vrachtauto's werden vernield. Elf vliegtuigen keerden niet terug. Er gingen drie Tempests verloren: het toestel van Mclntyre en twee andere toestellen die in Duitsland terecht kwamen.
Van het 332 Squadron kwam dezelfde dag een Spitfire neer bij Putten. De Noorse piloot verloor het leven.
De resten van het vliegtuig van Mclntyre bleven op de akker van Albert Pater aan de Kienschulpenweg liggen. Het trok veel bekijks. Maar de boer was er niet zo blij mee. Hij wilde graag aardappels poten. Het vliegtuig moest weg. Desnoods wilde hij daarbij wel met paard en wagen helpen. De burgemeester schreef in het Duits een brief aan de Ortskommandantur in Harderwijk.
"Es ware mir angenehm, wenn Sie der Bitte des Albert Pater folge leisten können. Der Ernährungswirtschaft meiner Gemeinde ware dadurch ebenfalls geholfen."